Restauratie ketelhuis met schoorsteen, Rijsenhout
De Stichting Stadsherstel Amsterdam gaat een keteluis met schoorsteen, gelegen in een oud tuindersgebied in Rijsenhout (Haarlemmermeer) restaureren. Met de komst van een nieuwbouwwijk leek dit overblijfsel van de plaatselijke geschiedenis verloren te gaan. Nu krijgt het een ereplaats in het parkontwerp.
Het eerste tuinbouwbedrijf dat zich hier in de Haarlemmermeer vestigde was dat van weduwe G. Maarse-van Oorde en haar twee zoons Klaas en Willem die in 1929 een stuk grond van één hectare kochten aan de Bennebroekerweg. Zij brachten hun eigen kassen mee vanuit Aalsmeer, waar ze vandaan kwamen. Ze lieten een woonhuis in Amsterdamse Schoolstijl bouwen ter hoogte van het huidige nummer 8-10 en tegelijktijdig daarachter een ketelhuis met schoorsteen, dat voor de verwarming van de omliggende kassen, waarin tuinplanten werden gekweekt, moest zorgen.
De schoorsteen diende voor de afvoer van verbrandingsgassen en had een aanzuigende werking. Lange tijd waren fabrieksschoorstenen een symbool van welvaart en vooruitgang.
In de Haarlemmermeer waar vele, vooral kleinere schoorstenen stonden in het tuinbouwgebied is er zelfs vrijwel geen enkele gespaard gebleven. Vanwege deze zeldzaamheid in de regio en als overblijfsel van de lokale tuindersgeschiedenis, heeft de schoorsteen een grote cultuurhistorische waarde. Daarnaast zijn het ketelhuis en de schoorsteen, ontworpen door de Aalsmeerse architect W. Maarse jr. (geen familie) van architectonisch belang door de stijlinvloeden van de Amsterdamse School.