Industrieel erfgoed in Zwolle
Industrieel erfgoed in Zwolle
Zwols Architectuur Platform(ZAP)
Zwolse Historische Vereniging(ZHV)
Inleiding
Sinds 1996, het Jaar van het Industrieel Erfgoed, is de belangstelling voor alles wat met industriële monumenten te maken heeft sterk toegenomen. Steeds meer dringt het besef door, dat oude fabrieksgebouwen, stations, gemalen en watertorens cultuurhistorische waarde hebben als vertegenwoordigers van de geschiedenis van de industrialisatie van ons land. Door de industrialisatie is het Nederlandse landschap ingrijpend veranderd, en industrieel erfgoed vormt een belangrijke getuigenis van deze ontwikkeling. De laatste jaren komt er dan ook meer erkenning voor de historische en architectuurhistorische waarde van industrieel erfgoed en dit leidt in toenemende mate tot plaatsing van industrieel erfgoed op de monumentenlijst. In Nederland zijn inmiddels meer dan zestig lokale en landelijke organisaties actief op het terrein van het behoud van industrieel erfgoed, en er is een landelijke belangenorganisatie, de Federatie Industrieel Erfgoed Nederland.
Hoewel Zwolle geen echte industriële traditie kent, zeker in vergelijking met industriële ‘’bolwerken’’ als Enschede, Hengelo en Deventer, is het opvallend hoe groot de verscheidenheid aan industrieel erfgoed in Zwolle toch nog is. Het Zwolse industrieel erfgoed wordt weliswaar niet gekenmerkt door indrukwek-kende fabrieksgebouwen, maar kent een rijk bezit aan kleinschalige bedrijfsgebouwen, gemalen, bruggen, sluizen en spoorwegmonumenten.
De in deze gids beschreven objecten geven een beeld van het industrieel erfgoed, zoals dat anno 2003 nog in Zwolle en directe omgeving te vinden is.
De volgorde van de beschreven objecten is gebaseerd op een fietsroute langs industrieel erfgoed in de gemeente Zwolle, zoals die in 2000 is opgezet door de Werkgroep Zwols Industrieel Erfgoed van de Zwolse Historische Vereniging.
In totaal zijn 54 objecten in deze gids opgenomen, waarvan er zes buiten de fietsroute vallen. De routebeschrijving is in de tekst opgenomen.
De lezer wordt uitgenodigd om aan de hand van deze gids er zelf op uit te trekken om kennis te maken met het industrieel erfgoed van Zwolle.
Marcel Overbeek
beschrijving objecten
1. Maalderij Fa. Bartels
Diezerpoortenplas
Aan de Diezerpoortenplas was vanaf het einde van de negentiende eeuw de stoomgrutterij van de Fa. Bartels gevestigd. Aan de overzijde van de Diezerpoortenplas stonden tot de sloop in 1980 de pakhuizen van het bedrijf. In het pand van de voormalige stoomgrutterij, dat aan de buitenkant weinig is veranderd, is nu een computerwinkel gevestigd.
2. Pakhuis/bedrijfsruimte Fa. A.J.ten Doesschate
Thorbeckegracht 19.
In 1940 koopt de specerijenfabriek van de Fa. ten Doesschate het perceel Thorbeckegracht 19, waar een nieuw pakhuis annex bedrijfsruimte wordt gebouwd.
Het bedrijfspand is gebouwd in de traditionele stijl van de Delftse School, met een bakstenen gevel met smalle raampartijen in een hardstenen omlijsting. In het pand werden opslagtanks voor levertraan geplaatst en er was een expeditieafdeling gevestigd.
In 1946 verlaat het specerijenbedrijf van de Fa. A.J.ten Doesschate vanwege ruimtegebrek Zwolle, en verhuist naar een leegstaande zuivelfabriek in Wapenveld, waar het bedrijf onder de naam “Euroma” nog steeds werkzaam is.
Het pand aan de Thorbeckegracht is nu in gebruik bij architectenbureau Atelier 19 en een bedrijf in keukens.
3.Tabakskerverij
Assiesplein/Thorbeckegracht
Aan het Assiesplein, op een binnenterrein naar de Thorbeckegracht staat een
oud bedrijfspand uit 1785, dat oorspronkelijk als tabakskerverij is gebouwd.
In 1899 wordt het gebouw overgenomen door Anthony Judanij ten Doesschate, die er een grossierderij in specerijen begint. Het bedrijf van Ten Doesschate loopt goed, en latere uitbreidingen volgen in 1906 aan de Spinhuiswal. In 1910 wordt de bedrijfsnaam “Eerste Zwolsche stoom-specerijmalerij en stamperij”.
In 1907 krijgt Ten Doesschate vergunning voor het plaatsen van een zuiggasmotor van 10 PK, voor het malen van specerijen. Het bedrijfspand aan het Assiesplein wordt later als opslagruimte gebruikt. In de jaren zestig wordt het pand gerestaureerd en als kantoorruimte in gebruik genomen.
4. Pakhuis
Thorbeckegracht 39
Tegenover de houten ophaalbrug over de Thorbeckegracht staat een sober pakhuis , in 1900 gebouwd voor het handelsbedrijf in koloniale waren van de Fa. G. Biekart. Het pand werd in 1939 aangekocht door de Fa. ten Doesschate voor de opslag van specerijen.
Nog steeds heeft het pand een opslagfunctie.
5. Kantoor stoombootmaatschappij Fa. J.van der Schuyt
Thorbeckegracht
In 1916 werd op de hoek van de Thorbeckegracht en de Posthoornsbredehoek dit expeditiekantoor gebouwd voor de Stoombootmaatschappij van de Fa. J.& R. van der Schuyt.
In het gebouw werden een kantoor, pakhuis en een dienstwoning ondergebracht. De Zwolse architect J.Koch ontwierp het gebouw in een stijl die overeenkomsten vertoont met de bouwstijl van H.P.Berlage. Op de hoek is een halfrond venster, dat het personeel uitzicht bood op het scheepvaartverkeer op de Thorbeckegracht. Het pand is kenmerkend voor de vroegere scheepvaart en handel aan de Thorbeckegracht.
6. Ophaalbrug Thorbeckegracht
Diezerpoortenplas
In 1939 werd de oude Diezerpoortenbrug , een gietijzeren draaibrug uit 1880 vervangen door een ijzeren ophaalbrug, om de toenemende verkeersdruk te kunnen verwerken.
8. Watertoren
Turfmarkt
In 1892 werd in opdracht van de gemeente Zwolle de watertoren op de Turfmarkt gebouwd, naar een ontwerp van de architect J.Schotel. De 36 meter hoge toren werd opgetrokken in neorenaissancestijl. Het ijzeren waterreservoir werd geleverd door de Fa. Neuman uit Eschweiler(Duitsland).
In 1959 vielen er brokstukken van de toren naar beneden, waarbij een kind dodelijk werd getroffen. Een technisch onderzoek wees uit, dat de toren in slechte staat verkeerde. De gemeente Zwolle besloot het bovenste deel van de toren, met het reservoir af te breken en te vervangen door een nieuw reservoir. De toren werd naar een ontwerp van architect Mastenbroek voorzien van een nieuwe achthoekige bakstenen ommanteling met een koperen dak waardoor de toren een compleet nieuw uiterlijk kreeg. De watertoren werd in 1999 buiten bedrijf gesteld. De Zwolse watertoren is uniek in Nederland; het is de enige watertoren waar een oude toren in een nieuwe toren is “verstopt”.
9. Brug/sluis/sluiswachtershuisje
Op het punt, waar de Nieuwe Vecht uitkomt in het Almelose Kanaal, werd in de zeventiende eeuw een schutsluis aangelegd. De sluis staat bekend onder de naam
“’Menistensluis””, een verwijzing naar de geloofsovertuiging van de vroegere sluiswachter Egbert van der Veen. In 1922 werd de oude sluis vervangen door een nieuwe sluis, met bijbehorend sluiswachtershuisje. Het complex werd ontworpen door stadsarchitect L.Krook. De sluis heeft hoge gemetselde sluiswanden en stalen puntdeuren, over de sluis ligt een stalen basculebrug. Het sluis/brugwachtershuisje is opgetrokken in baksteen en heeft een vijfhoekige plattegrond. In dit huisje bevindt zich de technische installatie waarmee de sluisdeuren en de basculebrug werden geopend.
10. Oliefabriek
Vondelkade/Nieuwe Vecht
Koert Reinders begon in 1893 een olieslagerij in windmolen De Passiebloem. Ook in de nabijgelegen windmolen De Roode Molen was een olieslagerij gevestigd. Reinders nam beide molens over, en later ook de stoomoliefabriek “De Aloë”, die in 1877 werd gebouwd aan de Nieuwe Vecht door de Fa. van Engelen en Van Laer. De naam “De Aloë” verwijst naar de gelijknamige plant, waaruit plantaardige olie werd geslagen. In 1915 werd het oude fabriekgebouw vervangen door een nieuw grootschalig fabriekscomplex
met aan de zijde van de Bankastraat een olieraffinaderij. De Fa. Reinders groeide uit tot een gerenommeerd bedrijf, dat later door Golden Wonder werd overgenomen. Na de sluiting van het bedrijf in 1987 werd het grootste deel van de oude bedrijfsgebouwen op het terrein gesloopt. Nu rest alleen nog de portierswoning aan de Boerendanserdijk 1 , gebouwd in 1905 naar een ontwerp van Imko Reinders.
11. Windoliemolen
Vondelkade
Langs de Nieuwe Vecht, gegraven in de zeventiende eeuw, werden een aantal industriemolens gebouwd, waarvan alleen de windoliemolen “de Passiebloem” nog is
overgebleven. De Passiebloem is een achtkantige stellingmolen die dateert uit 1776. De molen is gebouwd op een langwerpige houten schuur, waarin zich nog stenen voorraadkelders bevinden, waar de met windkracht geperste olie werd opgeslagen.
12. Schutsluis “Nieuwe Verlaat”
Maatgravenweg 4
De Nieuwe Vecht werd in de zeventiende eeuw gegraven als scheepvaartverbinding tussen de Zwolse stadsgracht en de Vecht. Bij de monding in de Vecht werd een schutsluis aangelegd, die in 1914 werd vernieuwd. Bij die gelegenheid werd een betonnen ovale sluiskolk van 32 meter lengte aangelegd en de nog bestaande sluiswachterswoning gebouwd. De sluishoofden aan de zijde van de Vecht zijn uitgevoerd in baksteen, afgedekt met rood graniet. Over het oostelijke landhoofd van de sluis is een stalen brug gebouwd. Na de afsluiting van de Nieuwe Vecht voor de scheepvaart werd de sluis buiten bedrijf gesteld.
15. Elektrisch gemaal “Zuthemerbroek”
Aan de provinciale weg Zwolle-Windesheim staat een klein, vierkant gemaaltje. Het werd in 1925 gebouwd in opdracht van het waterschap “De Molenpolder” . Het gemaal zorgde voor de afwatering van de Molenpolder en het Zuthemerbroek op de Zandwetering. Het gebouw is opgetrokken uit baksteen, met horizontale en verticale stroken, en heeft een houten piramidedak, bekleed met dakleer. Het gemaal is reeds lang buiten bedrijf en wordt alleen nog als opslagruimte gebruikt. Van dit type kleine elektrische gemalen hebben er ooit verscheidene gestaan in de omgeving van Zwolle, het gemaal “Zuthemerbroek” is het laatste overgebleven voorbeeld hiervan.
16. Stoomzuivelfabriek “Nutricia”
Dorpsweg
Op 23 december 1899 kreeg M.van der Hagen uit Zoetermeer toestemming om in Windesheim een “fabriek in roomboter en kindermelk” op te richten. Van der Hagen, die in Zoetermeer al een dergelijke fabriek had, bouwde de fabriek in Windesheim in een half jaar tijd. In de fabriek werkten ca. 10 werknemers. De machines werden aangedreven door een stoommachine van 8 PK. Op 29 april 1902 brandde de fabriek aan de Dorpsweg totaal uit. Een suggestie, dat de brand was aangestoken, kon niet bewezen worden. De fabriek werd niet meer in bedrijf gesteld. De resten van de fabriek werden verkocht. Later werd het pand verbouwd tot woningen, een functie die het nu nog steeds heeft. Hoewel de voorgevel in de loop der jaren sterk werd verbouwd, is het oorspronkelijke industriële karakter van het pand nog goed afleesbaar. In de topgevel staat in reliëfletters de naam “Nutricia” .
17. Steenfabriek “Windesheim”
Fabrieksweg 40
Langs de IJssel waren verschillende baksteenfabrieken gevestigd, waaronder op Zwols gebied de steenfabriek “Oldeneel” en de “Waalstenenfabriek Windesheim”. De fabriek in Windesheim werd in 1853 door Gerrit Dwars gevestigd op een terrein langs de Ijssel.
In 1902 werd het bedrijf ondergebracht in de “NV Waalsteenfabriek Windesheim”. Na de Eerste Wereldoorlog groeide het bedrijf door de sterk gestegen vraag naar bakstenen. In 1926 werd de nog bestaande ringoven in gebruik werd genomen.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het bedrijf voortdurend vernieuwd en gemoderniseerd. Door een sterke terugloop in de afzet van baksteen in de jaren zeventig, moest het bedrijf in 1982 de productie beeindigen. De fabrieksgebouwen werden voor het grootste deel gesloopt, met uitzondering van de bakstenen ringoven met de karakteristieke halfronde poortopeningen. De oude ringoven ligt nu in een beschermd natuurgebied.
18. Elektriciteitscentrale “Harculo”
In de jaren 1951-1955 werd in de buurtschap Harculo aan de IJssel de elektrische centrale “Harculo” gebouwd, naar een ontwerp van ingenieursbureau P.J.de Gruyter in Zwolle. De nieuwe centrale was de opvolger van de oude centrale uit 1916 aan de Weteringkade(afgebroken in 1980). De centrale is opgebouwd uit een staalskelet, dat aan de buitenzijde is bekleed met geprefabriceerde rechthoekige betonnen panelen. In de loop der jaren is de centrale uitgebreid van twee naar vijf stookeenheden. Van de vijf schoorstenen zijn er nog twee over. In 2001 is de centrale weer in gebruik genomen door de huidige eigenaar, Electrabel. Aan de rivierzijde werd in de jaren vijftig een kolenhaven gegraven, waar kolenschepen werden gelost via een losinstallatie. Later, toen de centrale werd gestookt op olie en gas, verdween de losinstallatie. Het IJsselwater wordt als koelwater voor de centrale gebruikt.
20. Spoorwegviaduct Engelse Werk
In de spoordijk tussen het emplacement en de IJsselspoorbrug werd in 1904 dit spoorwegviaduct aangelegd voor het wegverkeer over de Schellerdijk.
Het viaduct bestaat uit een stalen spoorbrug, gefundeerd op bakstenen brughoofden. In de oostelijke bakstenen muur is een gevelsteen ingemetseld met de tekst “N.C.S.M.- 1904”. De letters en cijfers zijn vormgegeven in Art-Nouveaustijl. Het spoorviaduct is aangelegd door de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij, de toenmalige exploitant van de lijn Zwolle-Amersfoort.
23. Kantoor Schrale Beton
Willemsvaart 21
Aan de Willemsvaart werd in 1957 dit kantoor gebouwd voor de Fa. Schrale Beton. Het moderne kantoorgebouw werd in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid ontworpen door de bekende architect Gerrit Rietveld. Het pand bestaat uit twee geschakelde delen, een kantoorruimte en een tekenkamer. Opvallend zijn de grote raampartijen en de fraaie compositie van de bouwdelen. In 1963 is het pand uitgebreid naar plannen van Jan Rietveld, de zoon van architect Gerrit Rietveld. In 2001 werd het pand gerenoveerd door de HBG-Vastgoed, die in de stijl van de oorspronkelijke belettering de naam op het dak heeft geplaatst. De HBG is recent overgenomen door de BAM.
24. Zeildoekweverij
Willemsvaart 18
Omstreeks 1875 werd op het terrein tussen het spoorwegemplacement en de Willemsvaart een zeildoekweverij gebouwd. De fabriek bestaat uit een langgerekt traditioneel bedrijfsgebouw met zadeldak, met aan de voorzijde aan de Willemsvaart een in eclectische stijl gebouwd woonhuis.
Na de sluiting van de zeildoekweverij was het pand nog een aantal jaren in gebruik bij een bouwbedrijf. Nu is het in gebruik als kantoor en opslagruimte bij het Venduehuis Zwolle. Op de fabrieksgevel die grenst aan het spoorwegemplacement is nog een oude muurreclame te zien met de tekst “Zeildoekweverij”.
25. Spoorwegdienstwoning
Willemsvaart 12
In 1864 reed de eerste trein Zwolle binnen. De exploitatie van de spoorlijn Amersfoort-Zwolle-Kampen was in handen van de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij(NCSM). Nog voor de bouw van het huidige Zwolse station werd aan de Willemsvaart een tijdelijke halte ingericht, die in 1873 weer werd opgeheven. Ook werden op deze plaats enkele dienstwoningen voor de NCS gebouwd, waaronder het nog bestaande pand Willemsvaart 12. Het gebouw diende als huisvesting voor de afdeling “Tractie, Weg en Werken”. In het pand , dat werd ontworpen door ingenieur Bergmans in opdracht van de NCSM, was een kantoor en een dienstwoning ondergebracht. Het pand verkeert uiterlijk nog in de oorspronkelijke staat met rondboogvensters en houten luiken.
26. Houtzagerij NV Fa. van Eijndhoven & Zonen
Gasthuisdijk
De familie van Eijndhoven bouwde in 1825 een windhoutzaagmolen aan het Zwarte Water op het terrein van de voormalige buitenplaats “Twistvliet”. In 1857 werd op het eiland van Voorst een stoomhoutzagerij opgericht, die later met een machinale schaverij werd uitgebreid. In 1901 brandde de oude windhoutzaagmolen af en werd de naam van het bedrijf omgezet in “NV Houthandel voorheen Eijndhoven & Zoon”. In 1907 werd de bestaande zagerij afgebroken en vervangen door een moderne stoomhoutzagerij, waarvan nog enkele gebouwen bewaard zijn gebleven. Naast de zagerij, aan de balkenhaven staan twee grote loodsen uit 1907 waarin nog steeds hout wordt gezaagd. Achter de zagerij staan de houten droogloodsen.
Aan de overzijde van de Gasthuisdijk staat het voormalige kantoorgebouw uit 1860.
De houthandel is in 1989 overgenomen door de Fa. Stiho BV te Nieuwegein(Stichtse Houthandel).
27. Uitwateringssluis “Rademakerszijl”
Hasselterdijk
Voor de afwatering van de polder Mastenbroek op het Zwarte Water werd al in 1365 op deze plaats een uitwateringssluisje gebouwd. In 1825 is de bakstenen sluis vernieuwd. Op de sluishoofden stonden tot voor kort twee houten kaapstanders, waarmee de sluisdeuren konden worden opengedraaid. In 1999 is de sluis ingrijpend gerestaureerd, waarbij het metselwerk van de sluiswanden deels opnieuw werd opgemetseld en het unieke derde stel sluisdeuren weer is aangebracht.
28. Tolhuis
Hasselterdijk
In 1840 werd aan de Hasselterdijk, in de buurtschap Frankhuis dit tolhuis gebouwd. Het traditionele gebouwtje met rieten dak heeft aan de voorgevel een viertal fraaie houten zuilen, die het overstekende dak ondersteunen. Het tolhuis van Frankhuis is het laatste overgebleven tolhuis in de gemeente Zwolle.
29. Stoomgemaal “Westerveld”
Langenholterdijk
In 1877 werd het waterschap “Dieze” opgericht. Al direct gaf het waterschap opdracht voor de bouw van een schepradstoomgemaal in de buurtschap Westerveld aan het Zwarte Water. De stoommachine en de ketel werden geleverd door de “Zwolsche fabriek van stoom- en andere werktuigen”, de totale bouwkosten bedroegen fl. 10.983,=.
Het gemaal zorgde voor de afwatering van de polder Dieze, via de Westerveldsche Aa op het Zwarte Water. In 1925 werd het gemaal omgebouwd tot een elektrisch gemaal met een elektromotor van 75 PK, geleverd door de “Apeldoornse machinefabriek en metaalgieterij”. In de jaren zeventig werd het gemaal “Westerveld” buiten dienst gesteld en vervangen door een modern gemaal. Het oude gemaal is nu in gebruik als bergruimte bij de bewoner van het nabijgelegen woonhuis. Schoorsteen, machines en het gietijzeren scheprad zijn reeds lang geleden verdwenen.
31. Verffabriek Fa. Schaepman/huidendrogerij “De Volharding”
Friese Wal 22
De verf- en lakkenfabriek van de Fa. Schaepman werd in 1830 opgericht. Het bedrijf was aanvankelijk gevestigd aan de Thorbeckegracht. In 1924 verhuisde het bedrijf naar de bestaande fabrieksgebouwen van de huidendrogerij van de Fa. J.Heimans aan de Friese Wal. De huidendrogerij werd in 1901 gebouwd onder de naam “De Volharding”. Het gebouw is een van de laatste traditionele industriële gebouwen in de Zwolse binnenstad.
In de top van de voorgevel is het jaartal 1901 aangebracht. In de dakconstructie aan de binnenzijde is nog een aantal ijzeren haken te vinden, waaraan vroeger de huiden werden opgehangen om te drogen.
32. Muurreclame Fa. Korpershoek
Op de zijgevel van het woon-winkelpand aan de Kamperstraat nr.30 is nog een oude muurreclame te vinden die enkele jaren geleden is gerestaureerd. De reclameschildering, van de Fa. Korpershoek in hoeden en petten, herinnert aan deze reeds lang verdwenen firma. Deze muurreclame is een van de laatste, die nog in de Zwolse binnenstad te vinden is. Aan de overzijde, bij het begin van de Kalverstraat is nog een geconsolideerde muurreclame te zien van een loodgietersbedrijf.
33. Expeditiekantoor “Van Gend en Loos”
Luttekestraat 15
Het pand Luttekestraat 15 werd in 1912 gebouwd als expeditiekantoor in opdracht van Van Gend en Loos voor de Maatschappij van Staatsspoorwegen. Het pand werd ontworpen door architect P.M.A.Huurman uit Groningen. Van Gend en Loos had in heel Nederland een uitgebreid net van dergelijke expeditiekantoren, waar pakketgoederen konden worden afgegeven en opgehaald. Op de begane grond was het expeditiekantoor gevestigd, met een fraaie houten lokettenwand(inmiddels verdwenen). Opvallend in de voorgevels zijn de twee tegeltableaus met de tekst “Van Gend en Loos-H.Colignon/Factorij der Nederlandsche Staatsspoorwegen”. In de jaren dertig werd het pand overgenomen door restaurant Suisse, dat de onderste verdieping tot restaurant verbouwde. In 1999 werd het gebouw onderdeel van de kledingzaak van de Fa. P.Zoomers. Bij deze verbouwing werden de overgeschilderde tegeltableaus van hun verflaag ontdaan en gerestaureerd.
34. Meubelmakerij Fa. F.J. Schoemaker & Zonen.
Oude Vismarkt 9
De meubelmakerij van de Fa. Schoemaker werd in 1843 opgericht door F.J.Schoemaker. Het bedrijf was gevestigd aan de Diezerstraat, met een doorloop naar een pand aan de Oude Vismarkt. Het pand aan de Vismarkt brandde in 1907 af, waarna een nieuw bedrijfspand werd gebouwd naar een ontwerp van de Zwolse architect M.Meijerink. In dit monumentale bedrijfspand, gebouwd in een strakke Art-Nouveaustijl, was op de begane grond de meubeltoonzaal gevestigd. Op de eerste en tweede verdieping waren de werkplaatsen, waar met machines de houten meubelen werden vervaardigd.
In 1949 werd het bedrijf verkocht aan G. Leerling, die de meubelmakerij voortzette. In 1958 kwam definitief een einde aan de meubelmakerij, toen het pand werd verkocht aan de NV Batjes, meubelinrichtingsbedrijven. De laatste jaren is het pand, waarvan het exterieur nog in ongewijzigde staat verkeert, in gebruik bij een opticien en een kapperszaak.
35. Postkantoor
Nieuwe markt
Het Zwolse hoofdpostkantoor werd in 1908-1910 gebouwd naar een ontwerp van rijksbouwmeester C.H.Peeters in neogotische stijl. Peeters ontwierp als rijksbouwmeester honderden postkantoren in Nederland, waarvan de meeste volgens een standaardontwerp werden gebouwd, ook wel “postkantorengotiek” genoemd.
Ook het Zwolse postkantoor is in deze stijl opgetrokken, met de kenmerkende hoge verticale vensters, topgevels met smalle verticale nissen, tandlijsten en dakkapellen. Boven de hoofdingang is een gietijzeren wapenschild met het rijkswapen aangebracht, een langzamerhand zeldzame verschijning bij oude postkantoren.
In 2002 is het gebouw voor een groot deel verbouwd tot appartementen. Het postkantoor bevindt zich nog steeds op de begane grond aan de zijde van de Nieuwmarkt.
36. Spoorwegstation
Stationsplein
In 1864 werd de spoorwegverbinding Amersfoort-Zwolle in gebruik genomen. Het stationsgebouw van Zwolle werd twee jaar later, in 1866 voltooid. Het monumentale stationsgebouw werd gebouwd als “Spoorwegstation Klasse I”’, volgens een ontwerp van de afdeling waterstaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Het stationsgebouw is opgetrokken in neo-classisistische stijl, met witgepleisterde gevels en rondboogramen. De totale lengte van het gebouw bedraagt ca. 100 meter. Centraal in de voorgevel bevind zich de ingangspartij, met een verhoogde verdieping, bekroond met een tympaan. Aan de perronzijde werd een grote gietijzeren overkapping gebouwd, met een z.g. sikkelspantconstructie. Vanwege de slechte staat waarin deze kap verkeerde, is de oude perronoverkapping vervangen door een moderne stalen constructie. Een oude sikkelspant is bewaard gebleven en opgenomen in de nieuwe perronkap. Het station werd in 1975 op de Rijksmonumentenlijst geplaatst.
37. Locomotiefwerkplaats
Emplacement NS
Al snel na de komst van de spoorwegen naar Zwolle in 1864 werd besloten een spoorwegwerkplaats in Zwolle te vestigen. In 1870 werd de Centrale Werkplaats , gelegen schuin achter het stationsgebouw, in bedrijf genomen.
Het complex omvatte een locomotievenwerkplaats, een rijtuigwerkplaats, een draaierij, een smederij en een koperslagerij. In de loop der jaren werden de werkplaatsen steeds weer uitgebreid met nieuwe hallen. In 1916 vond een forse uitbreiding plaats, waarbij een grote locomotievenwerkplaats werd gebouwd, opgetrokken uit een staalskelet met bakstenen wanden. In de oostelijke kopgevel werd een grote raampartij aangebracht, die zorgde voor voldoende lichtinval. In 1940 werd dit gebouw in gebruik genomen als locomotievenloods, ter vervanging van de door oorlogshandelingen verwoeste oude locomotievenloods. De loods wordt nu door de NS gebruikt als onderhoudswerkplaats voor spoorwegmaterieel.
38. Kantoorgebouw Fa. Doijer & Kalff
Burg. van Royensingel 9
In 1914 werd op de hoek van de Burg. van Roijensingel een monumentaal kantoorgebouw gebouwd, in opdracht van Lambertus Poortier. Het pand werd in gebruik genomen door de Eerste Onderlinge Aannemers Verzekerings Maatschappij. Later werd het pand overgenomen door het bankbedrijf van de Fa. Doijer & Kalff, nog later door de Amro-bank. In 1985 werd het pand verkocht aan woningbouwvereniging SAVO, die er 26 wooneenheden voor studenten in huisvestte. Het kantoorgebouw werd ontworpen door de Zwolse architect M.Meijerink, in een mengvorm van Art-Nouveau en Berlagiaanse stijl. Het pand heeft een markant hoektorentje en is rijk voorzien van natuurstenen versieringen. De statige entree aan de Burg. van Roijensingel is voorzien van een balkon op zuilen, waarboven een gevelsteen met de tekst “bank Doijer & Kalff”
is aangebracht.
39. Kantoorgebouw IJsselcentrale
Zeven Alleetjes 1.
Het kantoorgebouw van de NV Elektriciteitsfabriek IJsselcentrale werd in 1939 ontworpen door architect A.van der Steur uit Rotterdam en M.Meyerink uit Zwolle. De bouw begon in 1939, maar vanwege de oorlog kon het complex eerst in 1946 worden voltooid. Het gebouw is opgetrokken in de stijl van de Delftse school, een bouwstijl die gebruik maakt van traditionele elementen. Het complex is nu in gebruik bij de Regio IJssel-Vecht.
40. Rijwiel- en onderdelenfabriek Fa. J. Uit den Bogaard
Tuinstraat 10-12
In 1919 werd dit bedrijfspand gebouwd in opdracht van Jan uit den Bogaard, die er een rijwiel-onderdelenfabriek in vestigde. Het in baksteen opgetrokken pand is gebouwd in een sobere expressionistische stijl, met geometrische versieringen. In de bakstenen topgevel in het midden was vroeger de tekst “Metaalindustrie” aangebracht. Oprichter Jan uit den Bogaard woonde van 1928 tot 1933 in het woonhuis naast het bedrijf. In de crisisjaren werd de rijwielfabriek gesloten en ging het pand in eigendom over van de Fa. Troostwijk, een textielgroothandel. In 1942 kwam het pand in handen van de Firma Hoogstraat, een groothandelaar in specerijen. In 1960 werd het pand overgenomen door de Gebr. Ferwerda, een automaterialenhandel. Vanaf midden jaren tachtig stond het complex leeg, totdat het in 1989 werd verbouwd tot wooneenheden, waarbij de oorspronkelijke ingang werd dichtgemetseld.
41. Lak- en verffabriek Fa.Klinkert & Co.
Hertenstraat 27
De lak- en verffabriek van de Fa. Klinkert werd in 1891 opgericht. In 1914 werd dit opvallende bedrijfsgebouw aan de Hertenstraat gebouwd naar een ontwerp van de architecten J.van Dijk en J.D.C.Koch in Berlagiaanse stijl. In het complex waren magazijnen, productieruimten en kantoren gevestigd. Opvallend element is het ronde hoektorentje op de hoek met de Venestraat, met een smeedijzeren windvaan als bekroning. In de voorgevel bevinden zich uitgespaarde muurvlakken waarop vroeger de naam van de fabriek stond vermeld, en een stalen hijsbalk. In 1948 werd de verffabriek gesloten, waarna het gebouw werd gebruikt als opslagplaats. In 1983 werd het complex verbouwd tot wooneenheden. De schoorsteen die bij de fabriek hoorde is na de tweede wereldoorlog verdwenen.
43. Stoomconfectiefabriek fa. H.G.J.Luken
Molenweg 169
De stoomconfectiefabriek van de Fa. H.G.J.Luken werd in 1896-1898 gebouwd naar een ontwerp van architect G.B.Broekema uit Kampen. Later deed de fabriek dienst als stoomwasserij-strijkinrichting. De fabrieksgebouwen met sheddaken werden in 1980 gesloopt voor een nieuwbouw van woningen. Alleen het fraaie kantoor/magazijngebouw aan de straatzijde bleef staan. Dit pand is gebouwd in een rijke neo-renaissancestijl en heeft nu een woonhuisfunctie. Opvallend in de voorgevel zijn de drie rondboogvensters, de zandstenen versieringen en de rijk gedetailleerde dakkapel. Aan de straatzijde is een ijzeren hekwerk aangebracht. Aan de zijgevel herinnert een muurreclame aan de periode dat de fabriek als stoomwasserij in gebruik was.
44. Rioolgemaal “Groot Wezenland”
Groot Wezenland
Vanaf 1860 wordt in Zwolle een rioleringstelsel aangelegd. De lozing vond plaats op de stadsgrachten en de poldersloten buiten de stad. In 1900 konden de grachten en sloten het sterk toegenomen vervuilde afvalwater van de sterk groeiende stad niet meer verwerken. De gemeente besloot de buitenwijken van een rioleringsstelsel te voorzien en het bestaande rioolstelsel te vervangen. Om het afvalwater weg te pompen werd bij het Groot Wezenland in 1915 een rioolgemaal gebouwd. Dit gemaal verzorgde de afwatering van de Stationswijk en Assendorp. Het rioolgemaal werd gebouwd in Berlagiaanse stijl, met sobere bakstenen gevels en natuurstenen versieringen. De bouwstijl van het gemaal sluit naadloos aan op de bakstenen balustrade langs de gracht en de architectuur van de Sassenpoortbrug die daarop aansluit. De ontwerper van het gemaal is naar alle waarschijnlijkheid stadsarchitect L. Krook.
46. Trafohuis
Van Nahuysplein 11
Aan het Van Nahuysplein staat dit trafohuis, gebouwd in 1920 in opdracht van de provincie. Het in baksteen opgetrokken pand is gebouwd in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid, met verspringende bouwblokken. Opmerkelijk is de hoge toren.
47. Likeurstokerij en distilleerderij Fa. Doyer & Van Deventer Gasthuisplein/Wolweverstraat
De distilleerderij werd in 1814 opgericht door Hendrik Doijer en Salomon van Deventer. Het fabrieksgebouw aan het Gasthuisplein werd in 1866 gebouwd in eclectische stijl. In de gepleisterde voorgevel aan het Gasthuisplein is in cartouches de naam van het bedrijf te vinden, evenals de jaartallen 1814 en 1866. In 1970 vertrok het bedrijf uit de binnenstad naar industrieterrein De Marslanden. Het oude fabrieksgebouw werd verbouwd tot kantoor en is nu in gebruik bij een uitzendbureau. Aan de zijde van de Wolweverstraat is het oude industriële karakter van het gebouw nog goed te zien.
In de Wolweverstraat staat naast de voormalige distilleerderij het pakhuis van de Fa. Doijer, waar de vaten met likeur en drank werden opgeslagen. Dit is een van de laatste nog oorspronkelijke pakhuizen in de Zwolse binnenstad.
48. Straatklok Fa. Geerdink
Gasthuisplein
In de jaren dertig werd deze straatklok geplaatst op het Gasthuisplein. De klok, met reclame van de juweliersfirma Geerdink, had een belangrijke functie voor de passagiers van de stadsbussen die op het Gasthuisplein halt hielden.
Wat buiten de route valt:
Hoefsmederij
Thomas a Kempisstraat 38.
In dit pand begon Bernardus Bos in 1835 een smederij. In 1885 verkocht hij het pand aan de smid Hendrik F.Eijhuisen, die het pand tot hoefsmederij verbouwde. Aan de voorgevel werd een fraaie houten travalje gebouwd, een houten constructie met afdakking en een houten sierlijst met het geschilderde opschrift “J.H.Eijhuisen en Zn. Fijn Grof en Hoefsmederij”. De travalje bestaat uit vier houten palen met verbindingsstukken, waartussen de paarden werden vastgezet om de hoeven te beslaan. In de witgepleisterde voorgevel bevindt zich een gevelsteen uit 1882 met hamer en nijptang, symbolen van het paardenbeslaan. In 1972 werd het bedrijf beëindigd en de hoefsmederij overgedragen aan de gemeente Zwolle. In de voorgevel is een gevelsteen aangebracht met een voorstelling van een hessenwagen. Deze steen werd enkele jaren geleden ontdekt achter de hoefsmederij, waar de steen als deksel op een rioolput dienst deed.
2. Bedrijfsgebouw waterleidingmaatschappij
Ruiterlaan
In 1930 werd de NV Waterleiding Maatschappij Overijssel(WMO) opgericht door de provincie en een aantal Overijselsse gemeenten. In 1952 werd bij het Engelse Werk een nieuw waterpompstation gebouwd met een capaciteit van 1000 kubieke meter drinkwater per uur. Het pompstation bestaat uit een filtergebouw, een kantoorgebouw met kantine en een dienstwoning. De architectuur van de in baksteen opgetrokken gebouwen is traditioneel, en vertoont overeenkomsten met het kantoorgebouw van de IJsselmaatschappij in Zwolle.
3. Telefoonkantoor
Nieuwstraat 52
in 1917 werd aan de Nieuwstraat een telefoon-telegraafkantoor gebouwd, van waaruit het telefoonverkeer in Zwolle werd geregeld. Het pand is voorzien van sobere details in Art-Nouveaustijl , waaronder de natuurstenen omlijsting van de ingangspartij. In de voorgevel bevindt zich een tegeltableau, waarvan de oorspronkelijke tekst(“telephoonbureau”) is overgeschilderd en daardoor niet meer herkenbaar is. Na het vertrek van de telefooncentrale naar de Parkstraat werd de oude centrale in gebruik genomen als opslagruimte.
4. Elektrisch gemaal Herfte
Oude Almelose weg/Almelose kanaal
In 1925 werd het waterschap “’Herfte’’ opgericht door landeigenaren in Zwollerkerspel, om de wateroverlast in dit gebied terug te dringen. In 1929 gaf het waterschap opdracht voor de bouw van een elektrisch gemaal, dat door allerlei omstandigheden pas in 1936 in gebruik werd genomen. Het gemaal, een eenvoudig bakstenen pand met sobere detaillering, werd gebouwd op het punt waar de Herfter Wetering uitmondt in het Almelose Kanaal. In het gemaal staan twee verticale schroefpompen van de Fa. Stork uit Hengelo, die in 1928 werden geinstalleerd en nog steeds in bedrijf zijn. In de voorgevel van het gemaal is een gedenksteen ingemetseld, waarin op rijm de bouw van het gemaal wordt weergegeven.
6. Stoomzuivelfabriek
Bisschopswetering 55 , ‘s Heerenbroek
De stoomzuivelfabriek ‘’Coöperatieve Zuivelfabriek ’s Heerenbroek’’ werd in 1914 gebouwd naar een ontwerp van de uit Kampen afkomstige architect G.B.Broekema.
De zuivelfabriek in ’s Heerenbroek is gebouwd in Berlagiaanse stijl, en verkeert nog grotendeels in de oorspronkelijke staat. De oudste bouwdelen zijn opgetrokken in rode baksteen, met gele sierbanden en hebben fraaie rondboogvensters.
De schoorsteen is aan de voorzijde van de fabriek geplaatst, met een rookkanaal naar het ketelhuis. Naast de fabriek staat de directeurswoning die in dezelfde stijl als de fabriek is opgetrokken. In 1916 werd de fabriek uitgebreid, in 1930 werd aan de voorzijde een nieuwe melkontvangsthal gebouwd met verhoogd laadperron voor de melkbussen. In de ontvangsthal bevindt zich een gedenkplaat met gegevens over de oprichting van de fabriek, die inmiddels buiten bedrijf is.
Colofon
Tekst:
Marcel Overbeek
Fotografie:
Marcel Overbeek
A.N.M.Poelman
Ontwerp en Lay-Out:
Bureau 1hoog……………
Lithografie en druk:
…………………………………..???
ISBN: ?????????????
Een publicatie van het Zwols Architectuur Platform(ZAP) en de Zwolse Historische Vereniging(ZHV), uitgegeven in het kader van ZIE2003.
Deze uitgave kwam tot stand met steun van:
Stimuleringsfonds voor de architectuur ????
Bouwmaatschappij HBG-BAM, Zwolle
…………..???????
Industrieel erfgoed in Zwolle
Zwols Architectuur Platform(ZAP)
Zwolse Historische Vereniging(ZHV)