Monumentenstatus voor sigarenfabriek Ritmeester in Veenendaal

De gemeente Veenendaal heeft fabrieksgebouwen uit 1925 en 1933 van de Ritmeestersigarenfabriek aangewezen als s gemeentelijk monument. Na verschillende overleggen met de eigenaar, de monumentencommissie en een advies van de raad is echter besloten de fabriekshal uit 1957 niet aan te wijzen als monument.

‘De gemeente vindt de cultuurhistorie van Veenendaal belangrijk. Veenendaal kent niet veel panden en objecten met bijzondere cultuurhistorische kenmerken. Vorig jaar zijn om die reden 16 objecten voorbeschermd als gemeentelijk monument. Begin dit jaar zijn er reeds 12 objecten definitief aangewezen als monument. Het voorste deel van de Ritmeesterfabriek aan de Kerkewijk 65 heeft al sinds 1990 de monumentenstatus. Het college heeft nu besloten ook de latere bouwdelen tot 1958 definitief toe te voegen aan de gemeentelijk monumentenlijst.

Wethouder Engbert Stroobosscher had eerder al aangegeven dat bepalen welke delen van de oude sigarenfabriek een monument moeten zijn voor het college een dilemma was. Zij wil verpaupering tegengaan van de lege fabriekshallen en ruimte geven voor nieuwbouw van huizen. Maar ook is er een historische waarde waar Veenendaal goed naar heeft gekeken. De Historische Vereniging Oud Veenendaal heeft in haar advies vooral de nadruk gelegd op dit erfgoedbelang. En ook Ritmeester heeft op het voornemen om enkele delen als monument aan te wijzen gereageerd. ‘Ritmeester erkent de uitkomst van het bouwhistorisch onderzoek. Aanwijzing tot monument bemoeilijkt de opgave voor herontwikkeling of maakt deze mogelijk financieel onhaalbaar.’

Een doorgang van de Kerkewijk naar het achterterrein en de vroegere panden in ere herstellen en zichtbaar maken wegen burgemeester en wethouders belangrijker. ‘Daarbij beseffen wij dat de hal uit 1957/1958 ook een onderdeel is van het verhaal van de Ritmeesterfabriek. Maar denken dat dit verhaal ook op een andere creatieve manier kan worden verteld. En verwerkt in de herontwikkelingsplannen, zonder hierbij de bouwmassa van de hal te behouden.’ De uitbreiding van de fabriek in het verlengde gebouw rond 1925 en het deel uit 1933 met deels sheddaken en overstekken zal Veenendaal nu wel de monumentale status geven. Deze kunnen laten herstellen in oude glorie is tevens een zwaarwegend belang.