Monumentstatus voor elektrische centrale Naarden aangevraagd
Bond Heemschut heeft voor de voormalige elektriciteitscentrale van Naarden de monumentale status aangevraagd. Haar cultuurhistorische en ensemblewaarde is volgens de landelijk opererende erfgoedvereniging dermate groot dat de gemeente Gooise Meren is verzocht het gebouwencomplex te beschermen.
In Nederland verschenen eind 19e eeuw in rap tempo veel elektriciteitscentrales. De eerste verrees in Kinderdijk (1886).
De moderne stroomvoorziening was ook voor Naarden van groot belang. De bouw van een centrale aan de Prins Willem van Oranjelaan 8 ter plaatse sloot de bevolking aan op het elektriciteitsnet. Hiermee zette de Gooise stad een belangrijke stap in de moderne tijd. Aan het gebruik van petroleumlampen kwam een einde.
De eerste centrale in Naarden werd op 29 september 1899 in werking gesteld: 147 aangesloten gloeilampen en vier booglampen begonnen te branden. Om dat mogelijk te maken was een nieuw Centraal Station van de Hollandse Elektriciteit Maatschappij Amsterdam opgetrokken, temidden van kwekerijen in het Wilhelminapark, vlak buiten de vesting.
Een deel van dit gebouwencomplex bestaat nog, zoals het voorste deel (mogelijk kantoor en beheerderswoning) met dakkapel en houten geveltop. De hallen en de schoorsteen ernaast zijn in de loop van de tijd verdwenen. De hallen zijn later vergroot en verhoogd.
Deze nieuwbouw/aanbouw uit omstreeks 1930 is ontworpen in de sobere architectuurstijl van het Nieuwe Bouwen/Nieuwe Zakelijkheid, herkenbaar aan de blokvormige bouwvolumes, horizontale raampartij boven en de uit de gevel uitstekende betonnen luifels boven de ramen en de hoofdingang. Deze is nog gaaf bewaard. Qua bouwstijl kan volgens Heemschut een verwijzing worden gemaakt naar het stationsgebouw Naarden-Bussum uit 1926.