MOK-werf in Raalte wacht op restauratie
Al meer dan twee jaar staan er bouwhekken rond de MOK-werf aan het Overijssels Kanaal in Raalte. Door een aanrijding in 2020 is aan de noordzijde van een van de twee gebouwen schade ontstaan die snel gerepareerd moet worden.
Beide gebouwen, aangetast door houtrot, worden bovendien geplaagd door de bonte knaagkever. Hierdoor is volgens burgemeester en wethouders van de Sallandse gemeente een stevige opknapbeurt noodzakelijk. De werf behoort tot de weinige monumenten ter plaatse. ‘Rijksmonumentwaardig’, aldus het college. In totaal is 48.000 euro beschikbaar.
De gemeente Raalte is eigenaar van de historische panden. Vorig jaar verklaarden B en W het benodigde bedrag voor aanpak van de MOK-werf te halen uit de pot ‘Onderhoudsreserve Gemeentelijke Gebouwen’. Het werk had in september 2021 klaar moeten zijn maar er is niets gebeurd.
De MOK-werf stamt uit 1888 en is al dertig jaar gemeentelijk monument. Het complex behoort tot de laatste herinneringen aan de tijd dat het Overijssels Kanaal een belangrijke scheepvaartroute was voor de ontwikkeling van Oost-Nederland.
De afkorting M.O.K. staat voor Maatschappij Overijsselse Kanalen, een van de vorige eigenaren. Allerlei plannen voor herbestemming hebben tot dusver niet geleid tot een voortvarende aanpak om de MOK-werf te behouden.
De monumentale werf in Raalte is indertijd aangelegd en ingericht door de O.K.M. (Overijsselsche Kanalisatie Maatschappij). Dit onder andere met het oog op vervaardiging en onderhoud van beschoeiingen, meerpalen, brugdekken en steigerdekken voor het Overijssels Kanaal (1885). Belangrijkste functie: het maken en onderhouden van vlotbruggen en sluisdeuren.
De werf bestond uit een droogloods en een werkplaats met daartussen een hellingbaan met twee kaapstanders. De loods, opgetrokken omdat het te gebruiken hout eerst gedroogd moest worden, heeft een staande, open betimmering in beide geveltoppen.
Het hout werd in de werkplaats verwerkt. Om het materiaal naar binnen te kunnen brengen, zijn in beide zijgevels deuren en uitneembare schotten aangebracht. Na bewerking werden bijvoorbeeld de sluisdeuren met boten afgevoerd.
Omgekeerd kwamen defecte vlotbruggen en sluisdeuren voor onderhoud vanaf de waterzijde naar binnen. Om ze uit het water te kunnen trekken, lag tussen werkplaats en droogloods een hellingbaan: twee zware eiken balken schuin in de dwarsrichting van het kanaal.
Vlotbruggen en sluisdeuren werden met menskracht uit het water getrokken. Op ongeveer vier meter voor het hek was het kantelpunt in de hellingbaan, waarna de vlotbrug nagenoeg horizontaal lag. Voor het omhoog trekken waren kaapstanders, ook wel windassen, nodig. Die stonden achter het hek. Daarom loopt de weg ter plaatse met een bocht om de MOK-werf. De kaapstanders zijn in 1960 verwijderd.
Op 1 augustus 1988 is het vak Deventer-Raalte van het Overijssels Kanaal definitief gesloten voor de scheepvaart. Sindsdien heeft het kanaal enkel nog een functie voor de waterhuishouding.
Ruim een jaar na sluiting besloten de aandeelhouders om de Maatschappij van de Overijsselse Kanalen (M.O.K.), rechtsopvolger van de OKM, te ontbinden en het beheer over te dragen aan het waterschap Drents Overijsselse Delta, eigenaar van het kanaal. Daarmee verviel ook de functie van de MOK-werf. www.mokwerf.nl